achtbaar

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

achtbaar (bn) :
fatsoenlijk, deftig, respectabel, eerbiedwaardig, eerzaam, eerwaardig, venerabel, achtenswaardig

als synoniem van een ander trefwoord:

fatsoenlijk (bn) :
keurig, behoorlijk, matig, redelijk, gepast, net, braaf, deftig, goed, eerlijk, beleefd, aannemelijk, netjes, correct, beschaafd, eerbaar, kuis, eerzaam, deugdzaam, gedistingeerd, betamelijk, rechtschapen, achtbaar, billijk, decent, ordentelijk, welvoeglijk, schikkelijk, achtenswaardig
aanzienlijk (bn) :
gezien, hoog, voornaam, belangrijk, deftig, respectabel, geacht, prominent, eerwaardig, gedistingeerd, notabel, achtbaar, eminent, doorluchtig, achtenswaardig, treffelijk
achtenswaardig (bn) :
fatsoenlijk, van aanzien, respectabel, geacht, aanzienlijk, eerbiedwaardig, solide, eerzaam, geëerd, achtbaar, doorluchtig, lofwaardig, achtenswaard, eerwaard

woordverbanden van ‘achtbaar’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

Eene hooge plaats innemend in de schatting der wereld. Geacht drukt dit in het algemeen uit. Aanzienlijk is de man, die om uiterlijke omstandigheden, inzonderheid stand en vermogen, door zijne medeburgers geëerd wordt; voornaam is hij die van hooge geboorte is, of een der eersten geacht wordt. Mohammed was gesproten uit een der edelste en aanzienlijkste Arabische geslachten. Een aanzienlijk koopman is nog niet altijd een voornaam koopman. Achtbaar, achtenswaardig, eerbiedwaardig en eerwaardig wordt van die soort van aanzien gezegd, welke niet door omstandigheden buiten ons, maar door eigene, innerlijke waarde of verdienste verkregen wordt, en hoogachting of eerbied verwekt. Ook wordt het praedikaat acht baar iemand toegekend op grond van de deftigheid van zijn voorkomen, die ontzag en eerbied inboezemt. Gebruikt men in dezen zin voornaam, dan ziet men meer op uiterlijk vertoon dan innerlijke waarde; zoo zal men b.v. wel zeggen: Wat een voornaam heer is dat, doch niet wat een achtbaar heer. Een achtbaar magistraat. Eenvaardig en eerbiedwaardig worden vooral gezegd van achtbare personen, die door hoogen leeftijd achting en eerbied afdwingen. Grijze lokken versieren zijn eerbiedwaardig hoofd. De eerwaardige Raadpensionaris strompelde naar het schavot. Een achtbaar en eerbiedwaardig gebruik verdient eerbied om zijn ouderdom. Evenals achtbaar een titel is voor overheidspersonen, zoo is eerwaard een titel voor geestelijke overheden. De achtbare leden van den Raad van Amsterdam. De weleerwaarde, heer sprak zijn parochianen vriendelijk toe.

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 1, blz. 72:

aanzienlijk, achtbaar

woorden met een verwante vorm:

zelfstandig naamwoord
werkwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.003 c