oog

als woordenboektrefwoord:

oog:
o. (ogen), gezichtsorgaan; onder vier ogen, zonder bijzijn van derden ; een gevaar onder de ogen zien, niet ontwijken.
oog:
o. (ogen), onontwikkelde knop.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

oog (zn) :
aandacht, attentie, acht, blik, oplettendheid
oog (zn) :
knop, kiem, vruchtknop, oculus, bladknop
oog (zn) :
kijker, gezichtsorgaan
oog (zn) :
voorkomen, uiterlijk
oog (zn) :
vetbolletje
oog (zn) :
stip
oog (zn) :
pit

als synoniem van een ander trefwoord:

blik (zn) :
oog, kijk, visie, standpunt, inzicht, beschouwing, oogpunt, zienswijze, optiek, gezichtspunt, zienswijs
begrip (zn) :
oog, erkenning, waardering, appreciatie, onderkenning
inzicht (zn) :
oog, erkenning, onderkenning
gezichtszintuig (zn) :
oog, gezichtsorgaan
effect (zn) :
oog, indruk
kijker (zn) :
oog, dop
kiem (zn) :
oog

woordverbanden van ‘oog’ grafisch weergegeven

woorden met een verwante vorm:

zelfstandig naamwoord
bijvoeglijk naamwoord
werkwoord

zie ook:

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0025 c