banaal

als woordenboektrefwoord:

banaal:
bn. bw. alledaags, plat.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

banaal (bn) :
plat, afgezaagd, onbenullig, ordinair, alledaags, vulgair, triviaal

als synoniem van een ander trefwoord:

ordinair (bn) :
plat, gemeen, smakeloos, minderwaardig, gebruikelijk, min, gewoon, onbeschaafd, alledaags, gering, vulgair, banaal
plat (bn) :
onbeschaafd, ruw, schuin, ordinair, alledaags, vulgair, schunnig, banaal, triviaal, plebejisch
onbenullig (bn) :
onbelangrijk, kinderachtig, onzinnig, onbeduidend, banaal
gewoon (bn) :
eenvoudig, onopvallend, ordinair, alledaags, banaal
triviaal (bn) :
plat, laag, afgezaagd, vulgair, banaal, platvloers
laag-bij-de-gronds (bn) :
slecht, gemeen, laag, lomp, banaal, platvloers
versleten (bn) :
cliché, afgezaagd, alledaags, banaal
onbeduidend (bn) :
onopvallend, alledaags, banaal
alledaags (av) :
doodgewoon, onopvallend, gewoon, algemeen, doorsnee, onbeduidend, ordinair, banaal, triviaal, prozaïsch

woordverbanden van ‘banaal’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

banaal
behoorlijk, beschaafd, bijzonder, correct, fatsoenlijk, gepast, keurig, voorkomend, zedelijk

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0065 c