dag

als woordenboektrefwoord:

dag:
m. (-en), etmaal; tijdsverloop van het op- tot het ondergaan der zon. dagje of daagje, o. (-s).

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

dag (zn) :
morgenstond, dageraad
dag (zn) :
licht, daglicht
dag (zn) :
etmaal
dag (tw) :
gegroet, doei, tot kijk, vaarwel, adieu, ajuus, doeg, tot ziens, tot weerziens, het ga je goed
dag (tw) :
hallo, hoi, goedendag, bonjour

als synoniem van een ander trefwoord:

goedendag (tw) :
dag, hallo, goedemorgen, hoi, goedemiddag, bonjour
hallo (tw) :
dag, gegroet, hoi
bonjour (tw) :
dag, goedendag
etmaal (zn) :
dag, 24 uur
dies (zn) :
dag

woordverbanden van ‘dag’ grafisch weergegeven

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

dag
nacht

zie ook:

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0028 c

Dankzij donaties zie je op deze en volgende pagina's geen advertenties.

Wist je dat synoniemen.net een eenmansproject is? Door te doneren help je bij het voortbestaan en om advertenties hier helemaal overbodig te maken.