kanjer

als woordenboektrefwoord:

kanjer:
m. (-s), iets dat groot in zijn soort is.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

kanjer (zn) :
knaap, knots, joekel, knoeperd, knoert, kokkerd
kanjer (zn) :
prachtexemplaar
kanjer (zn) :
uitblinker, kei
kanjer (zn) :
kanonschot

als synoniem van een ander trefwoord:

ster (zn) :
meester, grootheid, beroemdheid, idool, topper, uitblinker, kanjer, filmster, talent, kei, diva, virtuoos, star, vedette, superstar
kei (zn) :
ster, genie, kraan, uitblinker, kanjer, bolleboos, crack, klepper
baas (zn) :
kraan, kanjer, kei, bolleboos, knapperd, klepper
knaap (zn) :
kanjer, joekel, knoert, flinke
kokkerd (zn) :
gok, knaap, kanjer, kokker
loei (zn) :
kanjer, loeier
lel (zn) :
kanjer

woordverbanden van ‘kanjer’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

kanjer:
kokkert, feeks

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0037 c

Dankzij donaties zie je op deze en volgende pagina's geen advertenties.

Wist je dat synoniemen.net een eenmansproject is? Door te doneren help je bij het voortbestaan en om advertenties hier helemaal overbodig te maken.