weer

als woordenboektrefwoord:

weer:

zie Weder.

weer:

v. tegenstand ; vroeg in de weer, vroeg bezig, aan de arbeid.

weer:

v. (weren), visweer.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

weer (zn) :

klimaat, weertype, weersomstandigheid, weersomstandigheden, weersgesteldheid, luchtgesteldheid

weer (zn) :

kwast, knobbel, knoop, knoest

weer (zn) :

eelt, eeltlaag, eeltknobbel

weer (zn) :

verdediging, weerstand

weer (zn) :

hamel

weer (bw) :

nogmaals, terug, nog eens, opnieuw, wederom, weder, weerom, nog een keer, alweder, weeral

als synoniem van een ander trefwoord:

opnieuw (bw) :

nogmaals, terug, weer, nog eens, nog, wederom, andermaal, over, alweer, overnieuw, weerom, van voren af, nog een keer, weeral

nogmaals (bw) :

weer, nog eens, opnieuw, wederom, nog een keer

wederom (bw) :

nogmaals, weer, nog eens, opnieuw, over, alweer

alweer (bw) :

nogmaals, weer, opnieuw, wederom

terug (bw) :

weer, retour, weerom

verdediging (zn) :

weer, defensie, weerstand, afweer, verweer, defensief, tegenweer

in Nederduitsche synonymen (1836), band 1, blz. 1:

in Nederduitsche synonymen (1836), band 1, blz. 2:

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

weer ≠

heen

woorden met een verwante vorm:

zie ook:

bij andere sites: