lenig

als woordenboektrefwoord:

lenig:
bn. (-er, -st), rekbaar; zacht; buigzaam.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

lenig (bn) :
veerkrachtig, soepel, buigzaam, flexibel, slap, rank, rekkelijk, smedig, smijdig

als synoniem van een ander trefwoord:

flexibel (bn) :
lenig, elastisch, soepel, buigzaam, makkelijk, meegaand, toegeeflijk, gedwee
buigzaam (bn) :
lenig, soepel, flexibel, plooibaar, gewillig, meegaand, toegeeflijk, gedwee
soepel (bn) :
lenig, buigzaam, flexibel, slap, beweeglijk, smedig
beweeglijk (bn) :
lenig, behendig, soepel, vaardig

woordverbanden van ‘lenig’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 2, blz. 363:

in Nederduitsche synonymen (1836), band 2, blz. 43:

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

lenig
stram

woorden met een verwante vorm:

zelfstandig naamwoord
werkwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0025 c

Dankzij donaties zie je op deze en volgende pagina's geen advertenties.

Wist je dat synoniemen.net een eenmansproject is? Door te doneren help je bij het voortbestaan en om advertenties hier helemaal overbodig te maken.