toepassen

als woordenboektrefwoord:

toepassen:
(toegepast), gebruik maken van.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

toepassen (ww) :
hanteren, gebruiken, benutten, aanwenden, bezigen, zich bedienen van

als synoniem van een ander trefwoord:

benutten (ww) :
verzilveren, gebruiken, profiteren, toepassen, aangrijpen, profijt trekken, exploiteren, uitbaten, aanboren, utiliseren, benuttigen
gebruiken (ww) :
inschakelen, hanteren, behandelen, benutten, toepassen, aanwenden, bezigen, zich bedienen van, utiliseren, benuttigen
aanwenden (ww) :
uitvoeren, hanteren, gebruiken, besteden, toepassen, laten gelden, aangrijpen, uitoefenen, bezigen, employeren
uitoefenen (ww) :
voeren, bedrijven, bekleden, beoefenen, gebruiken, verrichten, drijven, toepassen, aanwenden, exerceren
implementeren (ww) :
realiseren, toepassen, verwezenlijken, effectueren, ten uitvoer brengen, verwerkelijken
behandelen (ww) :
hanteren, gebruiken, toepassen, omgaan met, aanwenden, bezigen
uitvoeren (ww) :
presteren, verrichten, doen, toepassen

woordverbanden van ‘toepassen’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

woorden met een verwante vorm:

werkwoord
bijvoeglijk naamwoord
zelfstandig naamwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
woordcombinaties:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0028 c