gul

als woordenboektrefwoord:

gul:
v. (-len), kleine kabeljauw. gulletje, o. (-s).
gul:
bn. bw. (-Ier, -st), vrijgevig, mild ; het gulle zand, zacht, los ; gul bekennen, ronduit; gulle scherts, ongedwongen.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

gul (bn) :
grootmoedig, royaal, mild, vrijgevig, edelmoedig, genereus, onbaatzuchtig, goedgeefs, groothartig, scheutig, onzelfzuchtig, kwistig
gul (bn) :
los, mul, zandig

als synoniem van een ander trefwoord:

overvloedig (bn) :
rijk, ruim, in overvloed, royaal, veel, uitvoerig, mild, rijkelijk, overdadig, gul, volop, ruimschoots, luxueus, weelderig, copieus, ampel, onbekrompen, bij de vleet, abondant, plenty, treffelijk, exuberant
hartelijk (bn) :
gastvrij, oprecht, sympathiek, warm, diep, vriendschappelijk, vriendelijk, welgemeend, gezellig, gul, innig, joviaal, amicaal, warmhartig, cordiaal
joviaal (bn) :
opgewekt, opgeruimd, vrolijk, rondborstig, vriendschappelijk, openhartig, hartelijk, gul, lustig, gulhartig
mild (bn) :
ruim, royaal, rijkelijk, vrijgevig, gul, overvloedig, liberaal, genereus, goedgeefs, kwistig, milddadig
onbaatzuchtig (bn) :
grootmoedig, liefdadig, gul, nobel, edelmoedig, groothartig, belangeloos, onzelfzuchtig, altruïstisch
royaal (bn) :
mild, rijkelijk, vrijgevig, vorstelijk, gul, overvloedig, genereus, koninklijk, kwistig, onbekrompen
edelmoedig (bn) :
grootmoedig, gul, nobel, genereus, onbaatzuchtig, groothartig, edelaardig
kwistig (bn) :
royaal, rijkelijk, overdadig, vrijgevig, gul, goedgeefs, onbekrompen
scheutig (bn) :
royaal, vrijgevig, gul, genereus, goedgeefs, kwistig, onbekrompen
ruim (bn) :
royaal, mild, rijkelijk, gul, overvloedig, onbekrompen
onbekrompen (bn) :
ruim, royaal, gul, overvloedig, scheutig, kwistig
edelmoedig (bn) :
gul, onbaatzuchtig, onzelfzuchtig, onbekrompen
rond (bn) :
oprecht, eerlijk, openhartig, gul, ruiterlijk
los (bn) :
kruimelig, gul, onsamenhangend, rul, mul

woordverbanden van ‘gul’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

De ronde doet zich voor, gelijk hij is; de gulle is mededeelzaam, ook ten opzichte van zijne gedachten; de openhartige houdt niets verborgen van hetgeen er in zijn hart omgaat. Goed rond, goed Zeeuwsch. Eene gulle bekentenis; een gulle mond. In zooverre gul mededeelzaam ten opzichte van goederen beteekent, is het synoniem met gastvrij.

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 3, blz. 70:

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

gul
benepen, gierig, hebzuchtig

woorden met een verwante vorm:

zelfstandig naamwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0039 c