stoppen

als woordenboektrefwoord:

stoppen:
(gestopt), dichtmaken; een beweging stremmen.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

stoppen (ww) :
blokkeren, ophouden, afslaan, afhaken, laten, besluiten, afbreken, staken, uitzetten, eindigen, doen ophouden, tegenhouden, neerleggen, stopzetten, beëindigen, stilleggen, uitscheiden, stilzetten, termineren
stoppen (ww) :
halt houden, tot stilstand brengen, tot staan brengen, stilstaan, stilhouden
stoppen (ww) :
verstellen, dichten, afsluiten, herstellen, dichtmaken, mazen, dichtstoppen
stoppen (ww) :
leggen, plaatsen, zetten, opbergen, steken, opproppen, wegbergen
stoppen (ww) :
volstoppen, opvullen, volproppen, opproppen

als synoniem van een ander trefwoord:

eindigen (ww) :
afwerken, ophouden, afronden, stoppen, besluiten, voltooien, afbreken, klaarkomen, afhandelen, afsluiten, afmaken, sluiten, beëindigen, uitscheiden, einden, termineren, een eind maken, voleindigen
plaatsen (ww) :
installeren, voegen, leggen, neerzetten, stoppen, stallen, planten, stellen, schikken, aanbrengen, zetten, neerleggen, steken, opstellen, positioneren, deponeren, stationeren, inpassen, posteren
houden (ww) :
stuiten, pakken, stoppen, grijpen, vastgrijpen, bedwingen, tegenhouden, vasthouden, handhaven, afstoppen, terughouden, beethouden
dichtmaken (ww) :
dichten, stoppen, verstoppen, dichtplakken, dichtknopen, dichtnaaien, dichttimmeren, dichtdoen, dichtstoppen
ophouden (ww) :
opgeven, stoppen, eindigen, pauzeren, afhouden, stilstaan, uitscheiden, dichtgaan, een einde nemen, cesseren
tegenhouden (ww) :
staande houden, stuiten, stoppen, keren, afwenden, afweren, weerhouden, weren, indammen
blokkeren (ww) :
vastzetten, stoppen, insluiten, versperren, afsluiten, afzetten, belemmeren
besluiten (ww) :
stoppen, voltooien, eindigen, afsluiten, afmaken, beëindigen, termineren
afsluiten (ww) :
stoppen, besluiten, eindigen, beëindigen, termineren
laten (ww) :
bewaren, stoppen, opbergen, wegleggen, wegbergen
uitscheiden (ww) :
ophouden, opgeven, stoppen, afbreken, eindigen
steken (ww) :
stoppen, plaatsen, zetten, bergen, opbergen
vullen (ww) :
stoppen, dempen, dichtmaken, plempen
afbreken (ww) :
stoppen, onderbreken, staken
kappen (ww) :
ophouden, stoppen, nokken
stilhouden (ww) :
stoppen, halt houden
aanhouden (ww) :
stoppen, stilhouden
afhaken (ww) :
ophouden, stoppen
afslaan (ww) :
ophouden, stoppen
remmen (ww) :
stoppen, afremmen
stelpen (ww) :
stuiten, stoppen

woordverbanden van ‘stoppen’ grafisch weergegeven

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

stoppen
aanbreken, beginnen, blijven, doorzetten, intreden, inzetten, openen, starten, uithouden, volhouden

woorden met een verwante vorm:

zie ook:

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0039 c

Dankzij donaties zie je op deze en volgende pagina's geen advertenties.

Wist je dat synoniemen.net een eenmansproject is? Door te doneren help je bij het voortbestaan en om advertenties hier helemaal overbodig te maken.