lauw

als woordenboektrefwoord:

lauw:

bn. (-er, -st), een weinig warm (inz. van vloeistoffen); (fig.) koel, onverschillig.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

lauw (bn) :

ongevoelig, onverschillig, flauw, zwak, slap, onaangedaan, flegmatiek

lauw (bn) :

zacht, koel, luw, zoel

lauw (bn) :

halfwarm

als synoniem van een ander trefwoord:

slap (bn) :

plat, moe, zacht, lullig, slapjes, beroerd, lam, week, lens, vermoeid, lusteloos, mat, verslapt, flauw, sloom, machteloos, mild, zwak, krachteloos, lauw, laks, futloos, halfslachtig, lamlendig, nalatig, gammel, loom, paf, bloedeloos, gezapig, dweperig, murw, fleps, jansalieachtig, wekelijk

onverschillig (bn) :

kalm, slordig, traag, ongevoelig, ijskoud, koel, koud, lusteloos, harteloos, sloom, laks, lauw, onbekommerd, onoplettend, zorgeloos, achteloos, onachtzaam, nonchalant, apathisch, ongeboeid, laconiek, flegmatiek, indifferent, gedesinteresseerd, ongeïnteresseerd

laks (bn) :

lui, traag, gemakzuchtig, onverschillig, sloom, slof, langzaam, lauw, zorgeloos, nalatig, nonchalant, vadsig, indolent

warm (bn) :

zonnig, om te stikken, drukkend, heet, zwoel, lauw, loeiwarm

bloedeloos (bn) :

mat, kleurloos, slap, lauw, lamlendig, onbeweeglijk

indifferent (bn) :

onverschillig, lauw, lauwhartig, lauwgelovig

zoel (bn) :

drukkend, zwoel, lauw, loom

flegmatiek (bn) :

ongevoelig, bot, lauw

gaaf (tw) :

tof, snel, wreed, steengoed, te gek, lauw, kicken, cool, hartstikke leuk, keigoed, uit de kunst, retegoed

woordverbanden van ‘lauw’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

lauw ≠

bezeten, fanatiek, koel, verbeten

woorden met een verwante vorm:

bij andere sites: