net

als woordenboektrefwoord:

net:
o. (-ten), gestrikt werk.
net:
o. netschrift.
net:
bn. bw. (-ter, -st), sierlijk, fraai; juist.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

net (bn) :
keurig, fatsoenlijk, schoon, nauwkeurig, mooi, zorgvuldig, verzorgd, deftig, knap, beleefd, netjes, correct, sierlijk, eerbaar, zindelijk, proper, zedig, fashionable
net (bn) :
fatsoenlijk, keurig, beschaafd
net (bn) :
ordelijk, geordend
net (bn) :
zindelijk, proper
net (bw) :
nog net, maar net, nauwelijks, nipt, op het kantje af, op een haar, met de hakken over de sloot, op het nippertje, op het kantje
net (bw) :
amper, pas, nauwelijks, kersvers, zo-even
net (bw) :
precies, juist
net (bw) :
sprekend
net (zn) :
vangnet, netwerk, web, raster, vlechtwerk, maaswerk

als synoniem van een ander trefwoord:

fatsoenlijk (bn) :
keurig, behoorlijk, matig, redelijk, gepast, net, braaf, deftig, goed, eerlijk, beleefd, aannemelijk, netjes, correct, beschaafd, eerbaar, kuis, eerzaam, deugdzaam, gedistingeerd, betamelijk, rechtschapen, achtbaar, billijk, decent, ordentelijk, welvoeglijk, schikkelijk, achtenswaardig
beschaafd (bn) :
keurig, voorkomend, fatsoenlijk, ontwikkeld, net, deftig, beleefd, correct, hoffelijk, welopgevoed, wellevend, geciviliseerd, gedistingeerd, met distinctie, welgemanierd, urbaan
beleefd (bn) :
fatsoenlijk, voorkomend, behoorlijk, net, heus, netjes, correct, vriendelijk, beschaafd, hoffelijk, welwillend, galant, welopgevoed, civiel, wellevend, hups, welgemanierd, urbaan
zorgvuldig (bn) :
nauwkeurig, stipt, precies, net, voorzichtig, oplettend, nauwgezet, plichtsgetrouw, gedetailleerd, accuraat, angstvallig, secuur, scrupuleus, consciëntieus, minutieus, soigneus
rein (bn) :
schoon, net, zuiver, helder, maagdelijk, netjes, puur, onbevlekt, ongerept, zindelijk, smetteloos, onbesmet, vlekkeloos, kuis, ongekreukt, onverdorven, onbezoedeld
nauwkeurig (bn) :
stipt, precies, zorgvuldig, net, zuiver, grondig, trouw, nauwgezet, correct, scherp, strikt, juist, gedetailleerd, accuraat, exact, getrouw, trefzeker, minutieus
onberispelijk (bn) :
keurig, foutloos, net, netjes, correct, piekfijn, perfect, volmaakt, smetteloos, vlekkeloos, feilloos, tiptop, ongekreukt, in optima forma
sierlijk (bn) :
fraai, keurig, mooi, net, slank, knap, elegant, fijn, stijlvol, bevallig, fijntjes, gracieus, zwierig, chic, bekoorlijk, koket
schoon (bn) :
vers, brandschoon, net, zuiver, helder, netjes, fris, hygiënisch, zindelijk, smetteloos, proper, rein, clean, onbezoedeld
betamelijk (bn) :
geschikt, fatsoenlijk, behoorlijk, gepast, net, passend, eerbaar, decent, voegzaam, welvoeglijk, oorbaar
mooi (bn) :
keurig, reuze, net, kostelijk, goed, prima, netjes, geweldig, fijn, uitstekend, gaaf, jofel, gekloft, emmes
keurig (bn) :
net, verzorgd, netjes, correct, tiptop, onberispelijk, proper, gesoigneerd, poesmooi, kraakhelder
deugdzaam (bn) :
keurig, fatsoenlijk, net, braaf, rechtvaardig, eerbaar, zedelijk, eerzaam, zedig, rechtschapen
zedig (bn) :
fatsoenlijk, net, kies, ingetogen, eerbaar, stemmig, kuis, eerzaam, betamelijk, modest, oorbaar
proper (bn) :
keurig, schoon, net, verzorgd, netjes, hygiënisch, zindelijk, smetteloos, rein, kraakhelder
eerzaam (bn) :
fatsoenlijk, net, braaf, deugdzaam, betamelijk, zedig, achtenswaardig, treffelijk
correct (bn) :
keurig, fatsoenlijk, behoorlijk, net, beleefd, netjes, onberispelijk, wellevend
welgemanierd (bn) :
fatsoenlijk, net, beleefd, netjes, beschaafd, wellevend, goedgeaard, urbaan
eerbaar (bn) :
fatsoenlijk, net, kuis, eerzaam, betamelijk, zedig, decent, treffelijk
keurig (bn) :
net, elegant, smaakvol, sierlijk, verfijnd, gedistingeerd, chic
ordelijk (bn) :
opgeruimd, net, regulier, ordentelijk, overzichtelijk
zindelijk (bn) :
schoon, net, helder, netjes, hygiënisch, proper, rein
kuis (bn) :
schoon, net, zuiver, smetteloos, vlekkeloos, rein
deftig (bn) :
fatsoenlijk, net, beschaafd, welgemanierd
zuiver (bn) :
schoon, net, netjes, fris, vlekkeloos
verzorgd (bn) :
keurig, net, netjes, correct, proper
knap (bn) :
schoon, net, netjes
geordend (bn) :
net
netjes (bw) :
fatsoenlijk, keurig, schoon, mooi, opgeruimd, gepast, net, zuiver, verzorgd, helder, knap, beleefd, ordelijk, zindelijk, fijntjes, onberispelijk, proper, rein, clean, knapjes, comme il faut, propertjes, fraaitjes, pront, gekloft
pas (bw) :
zojuist, net, onlangs, nauwelijks, juist, recentelijk, zo-even, kortelings
precies (bw) :
recht, inderdaad, net, vooral, volkomen, juist, met name, krek
vlak (bw) :
precies, net, dicht, direct, juist, pardoes, pal
juist (bw) :
precies, nauwkeurig, net, exact, afgebakend
daarnet (bw) :
zojuist, net, zo-even, daareven, zopas
keurig (bw) :
net, netjes, correct, onberispelijk
nauwelijks (bw) :
amper, net, maar net, ternauwernood
even (bw) :
net, vlak, enigszins, een beetje
pal (bw) :
net, vlak, onmiddellijk
uitgerekend (bw) :
precies, net, juist
kersvers (bw) :
net
sprekend (bw) :
net
want (zn) :
net, tuig, vistuig, scheepstouwwerk
spinrag (zn) :
net, spinnenweb, rag, herfstdraad
netwerk (zn) :
net, web, wirwar, samenstel

woordverbanden van ‘net’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

Aangenaam door bevallige schikking. Net verbindt hieraan het denkbeeld van eenvoud; sierlijk dat van eenigen zwier.

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 2, blz. 478:

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

net
al, circa, nonchalant, omstreeks, ongeveer, onnet, plusminus, reeds, rond, slordig

woorden met een verwante vorm:

bijvoeglijk naamwoord / bijwoord
zelfstandig naamwoord

zie ook:

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0038 c

Dankzij donaties zie je op deze en volgende pagina's geen advertenties.

Wist je dat synoniemen.net een eenmansproject is? Door te doneren help je bij het voortbestaan en om advertenties hier helemaal overbodig te maken.