onwijs

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

onwijs (bn) :
dwaas, onverstandig, daas
onwijs (bw) :
zeer, enorm, erg, te gek, immens

als synoniem van een ander trefwoord:

dwaas (bn) :
maf, krankzinnig, stom, onverstandig, idioot, zinloos, raar, vreemd, onzinnig, belachelijk, onwijs, uitzinnig, niet verstandig, dom, dol, bezopen, onnozel, mal, getikt, ongerijmd, zot, mallotig, redeloos, kolderiek, verstandeloos, kluchtig
erg (bn) :
behoorlijk, nogal, hevig, zwaar, zeer, intens, veel, onwijs, enorm, vreselijk, bijster, verregaand, schromelijk, danig, flinkheel
onverstandig (bn) :
onredelijk, dwaas, onwijs, dom, onbezonnen, ondoordacht, onnadenkend, onberaden, onoordeelkundig, onberedeneerd, baardeloos
raar (bn) :
dwaas, onwijs, gek, mal, halfgaar, schots, zot, daas
lijp (bn) :
dwaas, idioot, onwijs, gek, onnozel, mal
daas (bn) :
suf, raar, onwijs, gek
immens (bn) :
onwijs
enorm (bw) :
zeer, onwijs, verdomd, danig, monsterachtig

woordverbanden van ‘onwijs’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 3, blz. 51:

onwijs, onverstandig

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0026 c

Dankzij donaties zie je op deze en volgende pagina's geen advertenties.

Wist je dat synoniemen.net een eenmansproject is? Door te doneren help je bij het voortbestaan en om advertenties hier helemaal overbodig te maken.