zwaar

als woordenboektrefwoord:

zwaar:

bn. bw. (-der, -st), niet licht; moeilijk ; groot ; omvangrijk ; onstuimig.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

zwaar (bn) :

hard, verschrikkelijk, hevig, ernstig, sterk, zeer, geweldig, scherp, erg, smartelijk, deerlijk, herculisch, grovelijk

zwaar (bn) :

moeizaam, lastig, drukkend, pijnlijk, moeilijk, bitter, hachelijk, onverteerbaar

zwaar (bn) :

grof, vet, fors, massief, zwaarlijvig, log, dik, lijvig, zwaargebouwd

zwaar (bn) :

moeizaam, afmattend, inspannend, belastend

zwaar (bn) :

ernstig, groot, zwaarwegend, aanzienlijk

zwaar (bn) :

stevig, dicht, sterk, degelijk, dik

zwaar (bn) :

diep, laag, luid, sonoor

zwaar (bn) :

machtig, voedzaam

zwaar (bn) :

loodzwaar

als synoniem van een ander trefwoord:

dik (bn) :

rond, opgezet, gevuld, stevig, mollig, gezwollen, zwaar, bol, vet, fors, gezet, opgezwollen, vol, omvangrijk, zwaarlijvig, log, vlezig, lijvig, corpulent, paf, volumineus, welgedaan

hevig (bn) :

hard, zwaar, straf, sterk, intens, geweldig, scherp, fors, erg, heftig, razend, fel, ongenadig, gewelddadig, geducht, onstuimig, vinnig, virulent

erg (bn) :

behoorlijk, nogal, hevig, zwaar, zeer, intens, veel, onwijs, enorm, vreselijk, bijster, verregaand, schromelijk, danig, flinkheel

sterk (bn) :

flink, hard, hevig, zwaar, zeer, intens, veel, geweldig, fors, fel, aanzienlijk, fiks

bitter (bn) :

verbitterd, zwaar, zuur, pijnlijk, ironisch, wrang, smartelijk, sardonisch, zerp

moeizaam (bn) :

lastig, zwaar, vermoeiend, stroef, uitputtend, moeilijk, traagzaam, slafelijk

geweldig (bn) :

flink, hevig, zwaar, sterk, krachtig, heftig, geducht, onstuimig, vervaarlijk

moeilijk (bn) :

moeizaam, beroerd, zwaar, heavy, benard, ongemakkelijk, difficiel, laborieus

donker (bn) :

somber, zwaar, laag, droevig, triest, dof, naargeestig, droefgeestig, opaak

fors (bn) :

stevig, flink, zwaar, krachtig, groot, robuust, potig, struis, kloek, rijzig

drukkend (bn) :

zwaar, beklemmend, zwoel, klam, benauwend, benauwd, broeierig, zoel

corpulent (bn) :

mollig, gevuld, zwaar, gezet, zwaarlijvig, dik, vlezig, welgedaan

gevoelig (bn) :

kwetsbaar, zwaar, pijnlijk, zwak, teer, vatbaar, fiks, precair

zuur (bn) :

zwaar, naar, verdrietig, onaangenaam, moeilijk, bezwaarlijk

zwaarlijvig (bn) :

mollig, gevuld, zwaar, vet, gezet, dik, corpulent, welgedaan

afmattend (bn) :

hard, zwaar, drukkend, vermoeiend, uitputtend, slopend

massief (bn) :

stevig, zwaar, sterk, vast, log, solide, zwaargebouwd

gezet (bn) :

mollig, gevuld, zwaar, zwaarlijvig, dik, corpulent

grof (bn) :

stevig, zwaar, fors, plomp, robuust, zwaargebouwd

diep (bn) :

zwaar, warm, laag, donker, bronzen, dof, sonoor

pijnlijk (bn) :

zwaar, zeer, schrijnend, gekweld, smartelijk

ernstig (bn) :

zwaar, bedenkelijk, groot, erg, zwaarwegend

vet (bn) :

zwaar, groot, vol, zwaarlijvig, dik, vlezig

ernstig (bn) :

plechtig, zwaar, ingetogen, grave

log (bn) :

zwaar, lomp, plomp, onbehouwen

geleerd (bn) :

zwaar, ingewikkeld, moeilijk

overladen (bn) :

zwaar, overdadig, overbelast

drukkend (bn) :

hinderlijk, zwaar, kwellend

lijvig (bn) :

zwaar, gezet, dik, corpulent

pijnlijk (bn) :

moeizaam, zwaar, uitputtend

machtig (bn) :

voedzaam, zwaar, moeilijk

plomp (bn) :

zwaar, log, grofgebouwd

grovelijk (bn) :

grof, ernstig, zwaar

log (bn) :

zwaar, onhandelbaar

taai (bn) :

zwaar, ongenietbaar

stroef (bn) :

moeizaam, zwaar

lastig (bn) :

druk, zwaar

massaal (bn) :

zwaar

deerlijk (bw) :

zwaar, zeer

woordverbanden van ‘zwaar’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

in Nederduitsche synonymen (1836), band 2, blz. 102:

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 2, blz. 235:

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

zwaar ≠

licht

zie ook:

bij andere sites: