rits

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

rits (zn) :
scheur, reet, kras, groef
rits (zn) :
rij, reeks, resem
rits (zn) :
ritssluiting

als synoniem van een ander trefwoord:

reeks (zn) :
aantal, stel, verzameling, serie, rits, rij, batterij, keten, lijst, haag, cyclus, scala, sequentie, opeenvolging, voorwedstrijd, aaneenschakeling, ris, rist, resem
menigte (zn) :
berg, overvloed, boel, rits, zooi, schep, kluit, hoop, bult, heleboel, kwantiteit, ris, resem
groef (zn) :
goot, voor, rits, gleuf, groeve, ril, insnijding, sleuf, keep, geultje, cannelure, vore
scheur (zn) :
kloof, barst, spleet, rits, reet, winkelhaak, kerf, inkerving, torn, ruptuur
kras (zn) :
haal, beschadiging, schrap, krab, rits, schram, schrab
sleep (zn) :
troep, stoet, menigte, rits, rij, sliert, zeelt

woordverbanden van ‘rits’ grafisch weergegeven

woorden met een verwante vorm:

zelfstandig naamwoord
bijvoeglijk naamwoord
werkwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0054 c

Dankzij donaties zie je op deze en volgende pagina's geen advertenties.

Wist je dat synoniemen.net een eenmansproject is? Door te doneren help je bij het voortbestaan en om advertenties hier helemaal overbodig te maken.