sleuf

als woordenboektrefwoord:

sleuf:
v. (sleuven), groef, uitholling.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

sleuf (zn) :
reet, gleuf, groef, sponning, uitholling, uitgraving

als synoniem van een ander trefwoord:

gleuf (zn) :
opening, kloof, spleet, reet, groeve, geul, groef, insnijding, sleuf, spouw, uitsparing, vore
groef (zn) :
goot, voor, rits, gleuf, groeve, ril, insnijding, sleuf, keep, geultje, cannelure, vore
geul (zn) :
goot, greppel, gleuf, groeve, ril, sleuf, uitgraving, vore
reet (zn) :
kloof, barst, spleet, scheur, kier, gleuf, naad, sleuf

woordverbanden van ‘sleuf’ grafisch weergegeven

in Nederduitsche synonymen (1836), band 2, blz. 293:

bij andere sites:

in het Verwarwoordenboek van Jan Renkema:
synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0025 c

Dankzij donaties zie je op deze en volgende pagina's geen advertenties.

Wist je dat synoniemen.net een eenmansproject is? Door te doneren help je bij het voortbestaan en om advertenties hier helemaal overbodig te maken.